Marine schepen zijn doorgaans grijs, Marine grijs.
De 4 Dregboten dateren uit begin jaren '50, en zijn toen natuurlijk goed geverfd bij de marine afgeleverd. Om de boot weer in de originele kleur te krijgen, is een poging gedaan vast te stellen wat voor grijs dat toen was, zodat we bij de dokbeurt in 2016 die kleur weer buiten op de romp konden krijgen.
Tijdens die dokbeurt kwamen er wel een paar verrassingen boven water. We wisten dat de boten van de hydrografische dienst wit waren. De Luymes en de Snellius, in de jaren '50 en '60 de moederschepen van de Dregboten, waren wit. Ook zouden in de jaren '60 de Dregboten, werkend in Nederland, geel geweest zijn. En de Dreg IV heeft na uit dienst treding ook nog zwart en wit rond gevaren.
Grijze geschiedenis |
Jaren geleden zijn we al eens op zoek geweest naar wat voor kleur Marine Grijs was in de jaren '50. Dat leverde niet zo veel concreets op. De toenmalige verfleverancier aan Den Helder maakte verf, maar had daar geen codering voor. En RAL of andere normen waren toen nog minder gebruikelijk, verf had een naam, de producent een recept. Verhalen uit het Helderse gaven ook aan dat Grijs niet altijd Grijs was. Het kwam voor dat twee schepen naast elkaar lagen en er duidelijk te zien was dat ze niet helemaal dezelfde grijstint hadden. Schepen niet bijwerken met verf van een ander schip was toen het devies. Met bellen en zoeken komen we dus niet verder.
Rechts de Snellius, wit, Links een dregboot, grijs of wit, Midden een dregboot in de grondverf. |
In de afgelopen jaren is her en der aan de boot gewerkt, waarbij de verf er af moest of af viel. Je krijgt dan een beeld van de verschillende kleurlagen door de jaren heen.
Op de opbouw zitten de meeste verflagen, soms wel tot 3mm dik. Onder al die verflagen zit op het hele schip, binnen en buiten, rode menie. Veruit de beste verf op het schip, er op de werf op gesmeerd en er nu nog nauwelijks af te krijgen.
Verflagen op de opbouw. |
Verf opbouw
De opbouw heeft op die eerste laag menie de volgende kleuren:- wit
- licht grijs
- donker grijs, 4 lagen
- menie rood
- geel , 3 lagen
- menie rood
- licht grijs
- donker grijs
- wit
- creme wit
De onderste witte laag, plamuur?, en licht grijs zal wel de door de werf aangebrachte onderlaag zijn. De grijze lagen er op zullen wel de Marine Grijze verf uit de jaren '50 zijn.
3 Dregboten in Den Helder naast een zwart/witte Zeefakkel, zijn ze hier grijs of geel? |
Leeuwarder Courant Juli 1966. |
Bij het buiten dienst stellen als hydrografisch vaartuig in 1970 zal de boot wel weer grijs geschilderd zijn om in 1974 als communicatie vaartuig in Rotterdam voor de marine mannen bij de RDM dienst te doen. Wellicht eerst licht grijze grondverf en daar na donkerder grijs, Marine grijs?
In 1987 ging de Dreg IV over naar een stichting in Zeeland die archeologisch onderzoek in de Zeeuwse wateren ging doen. Kort na de overdracht is de boot op de werf Reimerswaal in Hansweert aangepast aan de wensen van de stichting. De romp werd buitenom zwart geschilderd.
Opbouw grijs, romp zwart in 1987. |
Nog meer verf heeft hier geen zin. |
Verf romp
De romp is opgebouwd uit geschoopeerde staalplaat. Schooperen is een techniek waarbij een dunne laag zink met een soort brander/blaaspistool op staal aangebracht wordt. De buitenlaag van de plaat is dus zink, een lastig te verven materiaal.
Op de werf in Slikkerveer is op dit zink een laag menie aangebracht die uitzonderlijk goed hecht.
Op die menie laag zijn de volgende kleuren gevonden:
Boven de waterlijn:
- donker grijs
- licht grijs
- donker grijs
- zwart, bevat teer
- donker blauw, onder het berghout aangetroffen, maar niet overal
- wit
- creme wit
Boven water na verwijderen witte lagen met spuiten 300 bar. |
Op sommige plekken zit ook donker blauwe verf op de zwarte laag, maar niet overal. Of niet het hele schip is blauw geweest, of een deel is er eerder afgespoten of geschuurd. Blauw vinden we vooral aan de bakboord zijde, ook onder het wit van het later geplaatste staal boven het berghout.
Meest opmerkelijk is het ontbreken van een Ty-Coat tussen de zwarte laag en de eerste laag wit. Dat verklaart ook dat bij manoeuvres met een autoband de verf al als bladerdeeg van de romp spatte. Op een teer of teerachtige laag hecht verf heel slecht, er moet eerst een speciale laag over heen om een volgende laag goede hechting te geven. Om er alsnog een goede Ty-Coat op te krijgen moet alle witte verf er eerst af. Met spuiten het meeste, helaas met schuren die stukken die toch nog redelijk gehecht hadden.
Plamuur bij beschadiging, oranje menie en ook blauwe verf. |
Op de zwarte laag is ook op een aantal plaatsen plamuur aangebracht. Deze heeft iets beter gehecht dan de witte verf, maar laat zich met 300 bar toch af spuiten.
Weinig verflagen, en ook geen geel. |
Op de spiegel zit op een paar plekken onder de zwarte laag nog grijs/groene plekken, waar overheen weer wit, plamuur?, zit. Mogelijk is door het werken met de dregboeien de spiegel veelvuldig beschadigd, en is een speciale primer gebruikt om de beschadigingen te repareren of conserveren.
Afwijkende verf op de spiegel. |
Onder de waterlijn:
** aangebracht 2016
- menie, rood
- zwart, teerachtig
- aluminium tussenlaag
- zwart, teerachtig
- aluminium tussenlaag*
- afwisselend rood/zwart vinyl coating, 3 lagen*
- aluminium tussenlaag**
- afwisselend rood/zwart vinyl coating, 2 lagen**
** aangebracht 2016
Onderwater na afspuiten 2008.... |
...en 2016 |
Conclusie:
Onder water is er aan het schip niet al te veel geverfd en gewijzigd.
Ook aan de buitenzijde van de romp lijkt niet te veel gebeurd. Van de gele verf is geen spoor meer te vinden. De boot moet dus voor vertrek naar CMM Rijnmond in 1973 of bij overname door de stichting BOZ in 1987 heel grondig schoongespoten zijn. Bij Scheepswerf Reimerswaal is in '87 waarschijnlijk de zwarte teerachtige laag opgebracht. Wel hechten helaas de daarna aangebrachte verflagen daar niet goed op. Een onaangename verrassing. Wel zit die zwarte verf er als een huis op, strak en hard, een mooie basis om op verder te gaan. Maar dan wel met een Ty-Coat beginnen.
De opbouw is meer een experiment voor verf soorten en systemen geweest. Verschillende kleuren grijs, wat lagen geel en wit. Eindigend in vinyl-verf waardoor de keuze voor een volgende laag beperkt is. Voor de hand ligt om op termijn ook hier alle verf er maar af te halen en opnieuw te beginnen.
Tja, en wat nu. We willen de boot weer grijs, Marine grijs. Maar welk marine grijs? Vergelijken en laten meten van verfmonstertjes levert geen eenduidig antwoord op.
Uiteindelijk is besloten te gaan voor een RAL kleur, dat kan in diverse verfsystemen gemengt worden.
RAL 7038 wordt de kleur.
Onder water is er aan het schip niet al te veel geverfd en gewijzigd.
Ook aan de buitenzijde van de romp lijkt niet te veel gebeurd. Van de gele verf is geen spoor meer te vinden. De boot moet dus voor vertrek naar CMM Rijnmond in 1973 of bij overname door de stichting BOZ in 1987 heel grondig schoongespoten zijn. Bij Scheepswerf Reimerswaal is in '87 waarschijnlijk de zwarte teerachtige laag opgebracht. Wel hechten helaas de daarna aangebrachte verflagen daar niet goed op. Een onaangename verrassing. Wel zit die zwarte verf er als een huis op, strak en hard, een mooie basis om op verder te gaan. Maar dan wel met een Ty-Coat beginnen.
De opbouw is meer een experiment voor verf soorten en systemen geweest. Verschillende kleuren grijs, wat lagen geel en wit. Eindigend in vinyl-verf waardoor de keuze voor een volgende laag beperkt is. Voor de hand ligt om op termijn ook hier alle verf er maar af te halen en opnieuw te beginnen.
Tja, en wat nu. We willen de boot weer grijs, Marine grijs. Maar welk marine grijs? Vergelijken en laten meten van verfmonstertjes levert geen eenduidig antwoord op.
Verzamelde verfmonsters van binnen en buiten. |
RAL 7038 wordt de kleur.
Spiegel weer Marine grijs, althans, grijs dat er op lijkt. Nu de rest ook nog even doen. |