donderdag 19 juli 2018

Zusjes

De zusjes bij elkaar in Den Helder, midden jaren'60.
De Dreg IV is een van de 4 dregboten. Ze komt dus uit een familie met 3 zusterschepen.
In het verleden zijn al die "Zusjes" wel eens opgezocht, met de auto naar Friesland, Enkhuizen, Rotterdam en Nulde. In de loop der jaren is zo'n zusje wel eens verhuisd naar een andere eigenaar, maar daar was toch steeds weer contact mee.
Ondanks dat is het nog nooit tot een echte familie reunie gekomen.
Totdat er telefoon kwam van het Duitse wad: "We zijn op de terug weg, lig je nog in Groningen?'
Ja, de Dreg IV lag in Groningen. En kon daar ook niet weg, want in het droogdok. Dit was een mooie gelegenheid twee dregboten dan maar eens bij elkaar te leggen. De plek waar de IV normaal in het water ligt was vrij, vrijwel naast het droogdok.
Geheel volgens planning verschijnt de Dreg III later die dag, en meert af op de vaste Dreg-plek.
De Dreg III meert af naast het dok waar de IV in ligt.
Zo'n ontmoeting is toch wel bijzonder. Twee schepen die gelijktijdig gebouwd zijn, hetzelfde ontwerp hebben en toch daarna verschillende levens hebben geleid. De avonturen die de Dreg III beleefd heeft liegen er niet om, zie http://dregiv.blogspot.com/2008/11/dreg-iii-in-zicht.html#more . Wat dat betreft is de IV het brave zusje.
De tijd heeft gezorgd dat de boten er niet meer uitzien als een eeneiige tweeling, maar bij de eigenaren was er toch grote overeenkomst in enthousiasme en passie voor deze boten.
Geboortekaartje van de Dreg III ...

... en het geboortekaartje van de Dreg IV.


























De boten liggen enige tijd bij elkaar en dat schept de mogelijkheid te buurten en te kijken hoe wat was of geworden is.
Zo bleek dat de ankerliermotor bij beide schepen in 1950, of later, op een geheel andere plek en manier gemonteerd was.
As liermotor in de IV, as en motor hangen onder het voordek
 in de voorpiek.

As liermotor in de III, motor in de WC en de as door
het water dichte schot naar de voorpiek.

Ook is in de III veel bekabeling en schakelmateriaal van recenter datum.
Waarschijnlijk bij terugkomst uit Nieuw Guinea in 1963 zijn de Dreg I, II en III van nieuwe bekabeling voorzien. De tropenjaren zullen hun tol wel geeist hebben.
En de III heeft nog de originele noodhelmstokken, die van de IV zien er toch meer "knutsel" uit.
"Echte" noodhelmstokken.
En de III heeft in de machinekamer nog een overblijfsel uit de tijd dat de boten een Kromhout 1LS generator hadden. De 1LS stond in lijn met een Heemaf 220V= generator,
in het schema de 50/1. Maar er boven hing een met V-snaren aangedreven 24V= generator, de 58/3,  om de accu's op te laden.
Onder in het schema generator 58/3, boven de regelaar.

Techniek uit 1950, toen er nog een machinist in de motorkamer zat die letterlijk alles regelde. Ook de spanning die de 24V generator leverde. 
Laadspanningsregelaar, geleverd door Smit, die ook
het inschakelrelais voor de 24V kast leverde. 
Destijds de buren van de werf waar de boten gebouwd zijn.

Daarvoor hing in de IV, en hangt in de III, een regelkast naast het 24V bord. Jawel, een archeologisch relict dat ingehaald is door de moderne tijd. Maar wel bijzonder dat hij, nu functieloos, in de III overleefd heeft.
Uit een ver verleden: Regelkast 24V laadspanning.

Veel details zijn gebleven, de boten hebben nog heel veel gemeen.
De gastvrijheid aan boord van de Dreg III was een welkome afwisseling van het slijpen, lassen en tjetten in het dok. En het onderwaterschip van de Dreg IV kon dan weer mooi door de Dreg III kapitein bekeken worden om op "Hoe zit dat eigenlijk" vragen antwoord te vinden. Leuk en leerzaam dus.
Een aangename verrassing was het bezoek van de Dreg III, dat smaakt naar meer.
De Dreg III vervolgt na een paar dagen de thuisreis en draait
een extra rondje in de haven van Groningen.