dinsdag 22 september 2020

Nog een Micro-restauratie.


We hadden al eens een Micro-restauratie uitgevoerd. Om oude schakelaars en stopcontacten te kunnen behouden. 
Je kan natuurlijk naar de bouwmarkt of groothandel en daar iets van plastic kopen, maar je kan ook proberen met techniek en onderdelen uit 1950 de stroom weer veilig werkend te krijgen. 
Dat laatste hadden we al eens gedaan, het past meer bij ons en wat kon kan dus nog wel een keer.
De aanleiding was dat we achter in de machinekamer met de kabels en kabelbanen bezig waren, en daar ook wilde verven. Het moet technisch in orde zijn, maar je moet kunnen zien dat we er tijd in gestopt hebben, het oog wil ook wat. Om te kunnen verven moeten twee schakelaars en een 24V puts tijdelijk van hun plaats. 
De aanleiding: het moet beter en mooier.
Er moet ruimte komen voor de naaldenbikhamer,
schakelaars en puts moeten aan de kant.
De ene schakelaar (rood) was voor die 24V puts, de andere (wit) voor de ooit 220V=, 
nu 230V∼, verlichting in de machinekamer. Die laatste had wat kuren. Het licht wilde slecht aan, en viel ook zo maar uit. Doordat we jaren terug een tijdelijk stroomnet aangelegd hadden met met een eigen schakelaar voor meer en beter licht, was dit probleem geen probleem meer.
Het "oude" stroomnet voor de verlichting.
Met 220V van groep O21A en 24V van groep HLS07,
en de kabels baar de schakelaars.

Uiteindelijk willen we het "oude" stroomnet weer in gebruik nemen, met dus dit "oude" probleem.  
Dus moeten de schakelaars gedemonteerd en gerepareerd. Klinkt simpel, is het niet.
Na 70 jaar de ijzeren en bronzen boutjes losdraaien, verborgen onder milimeters verf, heeft wel iets van een loterij. 
Vastgecorrodeerde schroefjes en eindeloos veel verf.
Om de draden los te kunnen halen, moet de knop van de schakelaar gehaald. Die zit vast met een door het asje geschroefd priegel schroefje waar je haast geen schroevendraaier in krijgt. 
Daarna kan de deksel er af, dat met ijzeren boutjes in het aluminium vastgezet is.
Als dat gelukt is kunnen de draden los gehaald en de kabels er uit. Tenslotte kan dan het huis van de plaat gehaald worden waar alles op gemonteerd zit. 
Als alles mee zit een dik kwartier werk. Maar het zit niet mee. En grof geweld komt niet in aanmerking, we willen de schakelaars kunnen blijven gebruiken. 
24V, nog geen afgebroken onderdelen.
De 24V schakelaar was het makkelijkst. Twee uur zwoegen en hij is heel gedemonteerd. De 220V had geen zin om mee te werken, drie afgebroken boutjes in 3 uur werk.
220V, wil niet.
Met op z'n kop gemonteerd deksel,??
Het resultaat was gemengd. De 24V schakelaar is relatief onbeschadigd, en na schoonmaken bruikbaar. Bij de 230V schakelaar echter, blijkt het binnenwerk in stukken in het huis te liggen. Het porseleinen binnenwerk is in meerdere stukken gebroken. Al enige tijd geleden, de toen uitgevoerde lijm-reparatie heeft niet geholpen.
Paar dagen later: 220V geeft de strijd op, met afgebroken bout
en gebroken binnen werk.
Doordat er erg weinig ruimte in de schakelaar over blijft als de draden aangesloten zijn, zijn de onderdelen redelijk op hun plaats gebleven, en deed het licht het dus soms. 
Wonderlijk dat er geen ongelukken gebeurd zijn.
Overblijfsel van een schakelaar met lijmrest.
Naar de werkplaats en kijken wat we kunnen met de gebroken onderdelen. Opnieuw lijmen of anderszins repareren zit er niet meer in, te verbrokkeld.
Te stuk om te repareren.
Het binnenwerk blijkt van het fabrikaat Niko te zijn. Niko werd in 1919 in het Belgische Sint Niklaas opgericht door de broers Alfons en Werner de Backer. Het bestaat nog steeds, en is ook nog steeds een familiebedrijf.
Niko binnenwerk, met afgeknipt asje,
 waar een dikker asje op geklonken is.
Het lijkt er op dat er in 1950 een standaard binnenwerk genomen is, het asje ingekort en op dat asje een nieuw dikker asje gemonteerd waar de knop op gezet is. 
De uitvoering suggereert veel improvisatie en weinig professionaliteit. Gaatjes scheef geboord, asjes krom. Dat laatste kan wel eens de reden geweest zijn van het gebroken binnenwerk.
"Made in Belgium"
Nergens op het gietwerk van de behuizing is een indicatie te vinden van het merk, dus ook niet die van Niko. 
Dat in tegenstelling tot het binnenwerk, waar allerlei informatie op te vinden is. 
Zou het dan De Hoop Rotterdam geweest zijn, die deze schakelaars voor eigen gebruik gemaakt heeft? 
Dat zou ook een nieuw licht werpen op de opgestempelde keurmerken, waarvan we dachten dat die van de Marine waren, zie: https://dregiv.blogspot.com/2020/02/dreg-iv-onderdelen-met-keurmerk.html#more
Sint Niklaas ligt dichter bij Rotterdam dan Den Helder!
Hazemeijer schakelaar met binnenwerk, 
ook Dreg IV, ook 1950. 
Bovenop rubber buffertjes.
Als De Hoop schakelaars kan maken met andermans binnenwerk, dan kunnen wij dat ook!
Uit een andere Dreg-schakelaar wordt een binnenwerk opgeofferd. Hazemeijer monteerde z'n binnenwerk door dat op te sluiten tussen rubberen buffertjes, zwevend dus. 
Dat lijkt ons beter dan vastschroeven van het porselein. 
Wel is dit binnenwerk hoger, en heeft een ander, veel korter, asje.

Rubber voetje onder de Hazemeijer,
past op de voetjes in de behuizing.
Door het Hazemeijer binnenwerk een kwart slag gedraaid in de behuizing te zetten met er onder een vulstuk in de juiste dikte rubber, komt de bovenkant van het Hazemeijer binnenwerk op dezelfde hoogte als het originele Niko binnenwerk.



Links Niko, rechts aangepast Hazemeijer binnenwerk.
Het gat in het asje van de gebroken Niko wordt uitgedraaid van 4 naar 5mm, zodat hij op de Hazemeijer past. 
Oorspronkelijke asje op de Hazemeijer vastklinken.
Het dikkere asje voor de knop wordt in de juiste stand op de Hazemeijer gezet en, scheef zoals het was, doorgeboord. Vervolgens vast gezet door er een 2mm messing stift in vast te klinken. Als de schakelaar "UIT" staat, wijst de knop ook naar "UIT" op de schakelaardeksel.


Pakkingdrukker met borgschroefje
In dat deksel zat verstopt onder de verf een pakkingdrukker met stopbuspakking om het asje waterdicht af te dichten. Wel een mooi systeem, nog nastelbaar ook, als je er tenminste niet te veel verf op smeert. 


O-ring afdichting voor de schakelaaras pas gemaakt.
We hadden geen zin in 2mm stopbuspakking, dus is er een 2mm O-ring in gezet. Die moest wel gemaakt worden, as en huis hadden geen bestaande O-ring maat.
Om de behuizing van de schakelaars er weer als in 1950 uit te laten zien, en ook schroefjes en afdichtingen los te krijgen, zijn ze ontverfd. 
Aluminium gietwerk uitkoken ...
... en ontverven.
































De afgebroken boutjes, BSW schroefdraad uiteraard, worden uitgeboord en waar mogelijk door metrisch vervangen.

Uitgeboorde afgebroken ijzeren 1/4 BSW bout.

Daarna moeten nieuwe verf en nieuwe pakkingen er voor zorgen dat de kwaliteit van 1950 en/of 2020 behouden blijft. Sommige boutjes worden door RVS vervangen om opnieuw vastcorroderen te verhinderen.
Nieuwe pakking ...
... en nieuwe (grond) verf.
































De buitenkant van de schakelaars worden grijs geverfd, net als de machinekamer zelf. De deksel van de 24V schakelaar wordt weer rood. De binnenzijde wordt weer schakelkast-creme.
Marine grijs en creme.













Marine grijs en rood.

In elkaar zetten en in de machine kamer monteren is wat rest. Dan kan het licht in de machinekamer de komende 70 jaar weer aan en uit gedaan worden.
Schakelaars klaar voor nog 70 jaar.
Van dit type waterdichte schakelaar zitten er maar 4 in de boot. De andere twee zitten voor in de machinekamer, bij het werkbankje. De schakelaars die ooit in het achteronder gezeten hebben zijn allemaal verdwenen. Het ligt voor de hand dat die ook van dit type geweest zijn. We moeten maar eens bij de andere Dregboten gaan kijken wat die voor schakelaars hebben, en of daar dan wel een merknaam op staat.