|
Dregboten op ruw water, buiswater en kluiswater. |
Aan dek zaten over de ankerkluizen deksels. Deze sloten de kluizen redelijk af, en lieten ruimte voor de ketting om naar de lier te lopen.
Dat alles natuurlijk om te voorkomen dat op ruw water de kluizen als een soort waterkanon gingen werken als de boot in een golf dook.
De sleepkluis was al dicht gemaakt, die zal dat wel helemaal mooi gedaan hebben. Dus toch nog een kanon op de Dreg IV, een waterkanon?
De Dreg IV had over elk van de twee ankerkluizen een stalen schuif die over de kluis en om de ketting geschoven kon worden. Die schuif, 8mm gegalvaniseerde plaat, moest glijden in twee hoeklijntjes waar een stripje in gelast was.
|
De oorspronkelijke constructie, een hoeklijntje met
een stripje er in gelast om de schuif op hoogte te houden. |
Geen erg degelijke constructie, die ook niet rondom vastgelast kon worden. Gevolg: roest, veel roest, en weinig glijden.
|
Hoeklijntje met iets er in gelast. De term
"rondom waterdicht lassen" bestond toen nog niet. |
Bij het "kaal" maken van het dek voor de nieuwe kluizen, zie:
http://dregiv.blogspot.nl/2017/05/nieuwe-kluizen.html , zijn die hoeklijntjes van het dek geslepen. Achteraf had het ook wel met een broodmes gekund, zo weinig was er van over.
|
Wat er over was, niet veel. |
Wat beters verzinnen dus, iets wat wel rondom aan het dek gelast kan worden, en waar je met de verfkwast wel bij kan. Komt nog bij dat water dat over het dek loopt, ook naar achtere weg moet kunnen lopen om plasjes en dus roestputten te voorkomen. Afstand houden van alle het andere dat al op het dek gelast is, is van belang. Gekozen is voor twee uit dik staf gemaakte zijgeleiders, waarop met M12 een bovenrand gebout kan worden.
|
Deksel met geleiding in wording. |
Om het water beter weg te laten lopen, zijn de geleiders versprongen op het dek geplaatst en de uiteinden rond geslepen.
Om de deksel op z'n plek te houden komt er een bovenrand op die er af kan om met de verfkwast overal bij te kunnen.
|
Even passen. Zo moet het er uit gaan zien. |
De deksels of schuiven komen te liggen op aan elke kant RVS pennen van rond 10 mm. Dat is sterker dan het krakkemikkige originele, slecht vastgelaste stripje. Komt er veel kracht op de schuif, trekt het anker, dan komt de schuif tegen de bordelring van de ankerkluis.
Alle gaten in de stalen geleider zijn blind geboord en getapt om te voorkomen dat water en dus roest kan komen waar het niet moet. In de gaten worden de RVS tapeinden geschroefd en gelijmd.
|
Op het dek gelast en ingelijmde tapeinden. |
Als we goed waterdicht lassen en de tapeinden goed lijmen, kan er nooit water onder de geleider komen.
Het wachten is nu op de nieuwe ankerkluizen. Die moeten eerst op hun plek gelast zijn voor we verder kunnen. De schuif moet straks immers een haartje boven de bordelring komen te liggen.
|
Oude schuiven in nieuwe geleiders. |
Met de kluizen op hun plek kunnen de bovenranden en schuiven nu gepast worden. Het past, het glijdt, dus het werkt!
|
Het werkt, het werkt zelfs goed! |
Wel moeten we nog een borglijn maken zodat we de schuiven niet weg kunnen zwemmen. Het oog daarvoor zat al op het dek.
Weer een stukje Dregboot klaar!
Later komt er nog een vervolg, het aanpassen van de schuiven zelf.
Maar ja dat is later, als lier en ankers weer aan boord zijn.