De voorpiek, twee ankernissen, weinig ruimte, veel hoekjes, ... |
... en veel verdwenen verf. |
We waren vorig jaar in het dok al erg in de piek bezig geweest,
zie http://dregiv.blogspot.nl/2017/04/pieken.html .
Van de kiel tot de waterlijn is de voorpiek toen schoon gemaakt en opnieuw geconserveerd. Althans, de grondlagen zitten er op.
Maar boven de waterlijn is ook nog voorpiek. Meer zelfs als onder de waterlijn. Gelukkig kan je er daar wat makkelijker bij. Zeker nu de ankerkluizen er tijdelijk uit zijn.
Voor de tweede keer de piek in dus, jezelf opgevouwen en stof bijten.
Boven de waterlijn zit in de piek ook de onderkant van het voordek. Dat dek en de bovenste 10 cm van de huid waren met kurk geïsoleerd. Door roest, ten gevolge van condens, en door lassen op het dek, heeft die isolatie her en der losgelaten.
Afgebladderde verf en van het dek losgekomen isolatie |
Behalve schoonmaken en conserveren, moeten op termijn dus ook geprobeerd worden die isolatie weer te herstellen. Dat is een project op zich. Eerst maar de "gewone" verf aanpakken.
Losse verf en losse isolatie. |
En om het helemaal kompleet te maken, een deel van het schot bestaat uit een luik om bij de oude elektromotor van de ankerlier te komen. Bij de demontage van dat luik in 2007 braken nogal wat vastgeroeste bouten af, die moeten er uit om het luik weer te kunnen monteren.
Zo klein als de voorpiek is, zo groot de klus.
Eerst maar alles van het staal halen dat los zit of roestig is.
Losse verf met er onder vaak roest. |
De binnenkant van de huidplaten is verzinkt. Dat is lastig verven. De verf heeft dan ook niet best gehecht, er zijn blazen zo groot als een handpalm.
Verf bladders en snippers, liters en jaren werk op een hoopje. |
Dat werkt wel lekker snel, met de naaldenbikhamer ligt de verf er zo af. Nadeel is wel dat in de blazen (zout) water gezeten heeft, het zout zit er nog, met de bijbehorende roest natuurlijk.
De verf zit niet zo vast meer, grote stukken "vliegen" er zomaar af. |
Op ander plekken en op de spanten zit het dan weer beter vast. De dikte van de verschillende verflagen is soms wel 3 mm. Om al deze schilfers en snippers op te vangen wordt er een doek onder de werkplek gespannen om te voorkomen dat straks alles onderin de al eerder geschilderde diepte ligt.
De meeste oude verf wordt opgevangen, dat scheelt straks stofzuigen. |
Met de verf en meeste roest er af ziet het er al een stuk netter uit. |
Zo ging aan bakboord voorin op een plek de verf er moeilijker af, er zaten roestschilfers onder.
Op z'n kant:"D BB" met nog iets er achter |
Toen het hele veld klaar was, leek het wel of er een kode stond. Te herkennen was D met daar onder BB waar achter nog iets , een cijfer?, leek te staan. Vermoedelijk zijn de platen bij de bouw gemerkt met verf of dik krijt. Bij deze plaat is dat er niet af gehaald voor het schooperen, zodat het zink niet gehecht heeft. Gevolg: roest.
"16" in spiegelbeeld. |
De huidplaten zijn nog in goede staat, op een paar plekjes na. Met name in de kleine hoekjes, waar water kon blijven staan, zit veel roest. Zoals waar de zijstringer tegen de ankernis aan loopt. Daar zit geen afwateringsgat in de stringer, en heeft water plus tijd de boot wel wat aangetast.
Het "wateropvangbakje" bij stringer en nis. Lekke ankerkluizen stonden garant voor regelmatig vers water! |
Dat gaatje boren klinkt makkelijker dan het is. Om vlak bij de huid te boren in een ruimte waar je je armen en benen nauwelijks kwijt kan is niet eenvoudig.
Condenswaterafvoergaatje achter in het "wateropvangbakje" naast de ankernis. |
Ook willen we niet in de huid boren. Het lukt, maar kost wel veel tijd, en zweet, het is de warmste dag van Juli.
Zelfde 18mm gaatje, van onderen |
Een andere plek waar we een verrassing kunnen verwachten, is achter de platen die er voor moeten zorgen dat de uitlopende ankerketting in de kettingbak niet klem raakt achter de langsspringer. Eerder hadden we geprobeerd in het dok de platen er uit te halen, dat wilde niet en er was te weinig tijd voor een project in een project.
Slagschroevendraaier, bronzen bout en de plaat onder de Stuurboord stringer. |
De twee platen, stuurboord en bakboord, zitten elk met 6 bronzen bouten vast. Achter de platen zat toen een mengsel van roest, verfsnippers, zand en uitgegoten verfresten. Daardoor was de waterafvoer verstopt, garantie op problemen dus. Destijds in het dok is dit zo veel mogelijk verwijderd. Het zit weliswaar boven de waterlijn, maar we wilden toch weten of er nog iets van de huidplaten over was. Dat leek wel zo te zijn.
De bouten, schroeven eigenlijk, die er wel uit wilden. |
De platen er nu dus maar af halen. Met veel moeite zijn 6 van de 12 bouten los gedraaid, de rest is afgebroken of afgeslepen. Dat belooft toch nog een lastig klusje te worden, die afgebroken stukken bout er uit halen. Uiteindelijk zijn ze met grof geweld naar binnen toe uit de steun voor de plaat gedraaid. Bij een enkeling na eerst de kern deels weggeboord te hebben. Ook dat was niet eenvoudig, het waterdichte schot maakte "recht" boren onmogelijk.
3/8 venijn dat uiteindelijk "los" kwam. |
Aan Stuurboord zag het er achter de plaat nog best wel goed uit. Vies, troep maar niet overmatig veel roest. Misschien deels door de gietverfmethode van de Marine?
Achter de Stuurboord plaat. |
Anders was dat aan Bakboord. Daar was veel meer roest, met putten in de huidplaat. Dat kan gekomen zijn doordat aan die zijde het anker meer gebruikt is, of door lekkage door het zich daar boven bevindende toegangsluik.
Achter de Bakboord plaat: meer roest en putten, en afgeslepen boutstompen in de steun voor de plaat. |
Voor de zekerheid de dikte op de op het oog dunste plek maar gemeten. Die lag op 4mm. Zelfs als dat niet de dunste plek is, geeft dat voldoende vertrouwen in de huidplaten.
Naast het spant, bij de onderrand van de plaat zit de dunste plek. Nog best wel dik. |
Maar ja, hoe moeten de platen er daarna weer in?
De afgebroken bouten zijn er niet meer, en de er uitgedraaide hebben wat "kopschade". Brons 3/8 BSW is niet meer op elke hoek te koop. We kunnen er ook M10 in tappen, met nieuwe RVS bouten.
Engelse bouten, emmers vol, allemaal BSW, brons en 2 duim lang. |
Maar: de Dregkapitein heeft nog wel eens wat. Zoals twee emmers bronzen bouten, gered uit een schip dat gezonken was. Daar zitten de gezochte bouten bij.
Oude bouten, schoon en zo goed als nieuw. |
Extra korte tap. |
Bij het waterdichte schot is een gewone tap te lang doordat het schot en de steun voor de plaat een scherpe hoek maken. Een 20mm lange tap past precies, de bouten gaan er daarna soepel in.
De platen kunnen dus straks weer gemonteerd worden zoals ze er in 1950 in gezet waren!
Enige tijd later ziet het er zo uit. |
We zijn nu lekker dicht bij het voorheen waterdichte schot gekomen tussen de voorpiek en de mandiruimte.
Voorheen waterdicht, nu dus niet meer.
Waterdicht schot? |
Het dunne stuk er dus uit slijpen, en een nieuw stuk plaat er in lassen. Met meteen een nieuwe doorvoer voor de lensleiding.
Anderekant van het schot, in de mandiruimte. |
Gat vanuit de piek .... |
.... en vanuit de mandiruimte. |
Er wordt een plaatje pas gemaakt met op de goede plek een ingelaste duims pijpnippel. Met een facetkant om goed te kunnen doorlassen.
En waar gelast moet worden wordt alle verf en roest extra goed verwijderd.
Plaatje passen, vanuit de piek ... |
... en vanuit de mandiruimte. |
Er even in lassen dus. Lastig lassen wordt dat. We gaan het MIG lassen. Aan de kant van de piek stippen we met kleine lasjes het plaatje er in. Dat werkt fijner met een MIG. Daarna lassen we aan de andere kant de naad dicht.
Plaat je gelast vanuit de piek ... |
... en aan de andere kant. |
Op een andere plek zitten diepe putten in het schot, onder de ontluchting van de vuilwatertank. Ook zit de pijpnippel waar deze ontluchting op uit moet komen wat verbogen in het schot.
"Scheve" ontluchting met rechts onder putten. |
De pijpnippel eerst met geweld recht in het schot gezet. En daarna een paar cm ingekort. Roest en verf van het schot geslepen en een plaatje gemaakt dat de slechte plekken af dekt.
Rechte nippel en nieuw plaatje. |
Plaatje er op gelast. |
Oude electromotor ankerlier en het luik in het WD schot. |
Bij de demontage van de ankerliermotor in 2007 is het schot verwijderd. Daarbij zijn een aantal bouten afgebroken en in de gaten blijven zitten. Die moeten er uit.
Luik in waterdicht schot. |
Afgebroken bouten en doorgeboorde gaten in de onderrand. |
Eerst maar met veel, heel veel, geduld, speciale uitdraaitappen en een slagschroevendraaier onze afgebroken bouten er uit gedraaid.
Eerst afgebroken bouten, nu tapgaten. |
Aangepast tap om tot onder in gat de draad te kunnen repareren. |
Om die weer af te dichten is besloten een strip, 50mm plat rond, langs de onderrand op het schot te lassen.
Een plat ronde strip is in de piek over de doorgeboorde gaten gelast. |
3/8 BSW met stopbuspakking onder de kop. |
Guillotine voor ring met pakking. |
Van alle bouten is de schroefdraad schoon gemaakt. |
Uitgekookte bouten. |
Nu het luik nog even schoon maken en hij kan er weer in, met een nieuwe pakking.
Nadat al het herstelwerk min of meer achter de rug is, kan er begonnen worden aan de nieuwe coating. Weer verven dus. Net als eerder onder de waterlijn worden alle ijzerdelen, dus het niet gegalvaniseerde ijzer, eerst in de roestfixeer gezet. Een soort lijnolie die wat er nog aan roest of stof in de poriën zit, afsluit en bindt.
Roestfixeer waar het ijzer niet voldoende door zink beschermd was/is. |
Mooie verf, maar niet leuk om mee te schilderen in zo'n kleine ruimte. Ja, er is afzuiging, ja er is een masker als masker en hoofd tenminste "passen" op de plek waar we schilderen, ja we doen onze best zo kort mogelijk in de piek te zitten.
Afzuiging, maar toch, geen leuk werk. |
Een zilveren piek, de 1e laag Epoxy, veel afzien maar wel eer van al het werk. |
2 dagen en 2 lagen epoxy primer later, de Dreg-piek is weer marine grijs. |
Eerst maar even uit de Peak. Twee keer zo'n klus in een klein hokje maakt hongerig naar werk met meer lucht en licht. Deze Twin Peaks is klaar.
Het luik kan dicht, tot nader order. |