vrijdag 15 maart 2019

Deur in olifantenpad



In het achterschot van de machinekamer zit een gat. Dat zat er al, en is er waarschijnlijk ooit ingeslepen door een eerdere schipper, die generatoren en een duikcompressor in de machinekamer wilde hebben.
Wij hebben die machines door hetzelfde gat er weer uit gehaald, en de afdekplaat van het "gat" er nooit meer voor gezet. Het gat werd toen een eigenlijk best wel handige manier om in de machinekamer te komen. Dat hoorde niet zo, maar was wel erg handig.
Een olifantenpad aan boord van de Dreg!

Maar het olifanten pad is ingehaald door de Brusselse regels. Het is een gat in een waterdicht schot, bovendien ook nog het machinekamerschot. Daar mogen geen kwalijke machinekamer dampen doorheen komen. En ook geen water, uiteindelijk zitten in de machinekamer de meeste appendages die bij lekkage de machinekamer vol kunnen doen lopen, maar liever niet het hele schip.
Dus: het gat moet dicht.
Het zelfde schot in de Dreg III.

Gewenning is ook een ding, en omlopen via het dek en een onhandige ladder was geen leuk vooruitzicht. Het gat moet dicht, maar dan maar met een deur die ook weer open kan.
Inspiratie was de Dreg III, waar in dat schot het oude waterdichte luik was gezet dat ooit van de stuurhut naar het vooronder ging.
Van uit het achteronder zijn de betingbuizen nog zichtbaar.
Nu zit in de Dreg IV het gat tussen de buizen van de beting die vroeger op het achterdek heeft gestaan. Die buizen zitten eigenlijk in de weg om een deur er goed in te kunnen zetten. De beting-resten er zo maar uit slijpen kan, maar door eerdere verbouwingen aan het achterschip is het schip er niet stijver op geworden. Eerst maar de dekstringer die doorgeslepen was, weer aandelen aan het schot.
Een van de dekstringers weer aangeheeld.

En dan naast de toekomstige deur het schot weer stijf aan het dek maken. Let wel, delen van de constructie waren destijds uit maar 3mm plaat gemaakt, die makkelijk buckelen en buigen onder belasting.
Beting buis vervangen door knieƫn en plaat.
Het gat in het schot wordt wat groter gemaakt om ook een grote olifant er makkelijker door te kunnen laten.
Deurkozijn met mal op de achtergrond.

Voor het "kozijn" van de deur nemen we een Holland-profiel, dat half door het schot gestoken wordt, en boven de deur doorloopt tot aan het dek.
In de maat van de uiteindelijke sparing wordt een houten mal gemaakt, waartegen het profiel geklemd wordt om haaksheid en maat optimaal te garanderen.
Onder geen drempel, zo vlak mogelijk.
De ronde plekken zijn van de weggeslepen beting buizen.

Onder wordt de drempel zo laag mogelijk gehouden, geen opstaande rand als je uit het achteronder komt.
Een bevriende machinefabriek heeft de plaat, het schot, voor de deur gezet. Alles wat er op en er aan komt moeten we zelf maken, lassen en monteren. Beginnend met de knevels.
In het deurschot lassen van de bussen voor de knevels.
Met rubber en knevels gemonteerd kan gepast worden, en kan de plaats voor de oploopnokken afgetekend worden.
Deurschot voor het eerst gemonteerd.
 De oploopnokken zitten op een hoeklijn gelast, en zijn afstelbaar en afneembaar.
Oploopnok en knevel.
In de deur willen we graag een patrijspoort. Om vanuit het achteronder bij dichte deur toch nog de Kromhout's te kunnen zien.
Nu is het zo dat Brussel graag wil dat er in de machinekamer geen glazen ramen zitten, die knappen namelijk bij brand. Dat willen wij ook niet, dus er komt een dubbele patrijspoort, een van glas en een met een metalen "ruit".
Deur weer op de lastafel, te zien is waar de patrijspoorten komen.
Ook worden bij de knevels en her en der op de plaat ribben gelast om de deur te verstevigen en trilling te voorkomen. Met de deur nog in het kozijn zijn de scharnieren uitgemeten, die kunnen nu ook aan de deur gelast worden.
Het meeste laswerk is klaar.
Na het aflassen van de rand voor de patrijspoort wordt het gat in de plaat geslepen, en kan de deur opnieuw gepast.
Het wordt al meer een deur.
Het gat in het schot is in de hoeken verstijft om spanningen in het schot beter af te voeren. Mooier was een deur met ronde hoeken, maar dat kost meer tijd, en de tijd was al zo schaars.
"Ronde" hoeken aan het gat in het schot.
De scharnieren kunnen nu bij gesloten deur pasgemaakt worden en aan het schot gelast. Omdat het bovenste deel van het schot maar 3 mm dik is, zijn de scharnieren eerst op schetsplaten gelast. Die worden tegen het schot gelast, nadat we aan de andere kant van het schot ter versteviging eerst nog een strip gelast hebben.
Scharnier aan het schot vast gehecht.

Na het aflassen van de scharnieren kunnen de patrijspoorten gemonteerd. Meten, boren, tappen en schroeven. Niet moeilijk, wel tijdsintensief, en dat allemaal voor een klein raampje. Nou ja, twee raampjes, ook nog een van aluminium, voor de veiligheid.
Patrijspoort voor uitzicht op Kromhout.

Boven op de deur wordt een pen gelast waar een uithouder op aan kan haken, om de deur in een open stand te fixeren. Geen geklapper bij schommelend schip.
De deur is klaar. Wat blijft is het verfwerk, ZF primer en 2kPU aflak. De knevels worden een tint donkerder om de vieze handen te verdoezelen. 
Ral 7038, saai, hetzelfde als de rest van de boot.
De "raampjes" kunnen er nu in om het af te maken. Rubber pakking en ook de randen nog waterdicht afkitten moeten voorkomen dat de waterdichte deur toch nog een lekkende patrijspoort heeft.













Eigenlijk best wel leuk werk, zo'n deur maken. Kost wel redelijk wat tijd, maar je krijgt wat je wilt, plus de voldoening er gratis bij!
En, we kunnen het olifanten pad gewoon blijven gebruiken, het is gelegaliseerd!