vrijdag 14 september 2018

Dakloos


Stuurhut van voren gezien in de jaren '50, met op het dak lampen op pootjes,
opblaasboot, andere lampen en iets dat op antenne's wijst.

Een schip heeft een dek, doorgaans geen dak. Maar op de stuurhut zit toch zoiets als een dak.
Dat dak is in het verleden gebruikt als plek om allerlei apparatuur te monteren. Radar, reddingsvlot, opblaasboot, antenne's, luchthoorn, een schoorsteen, allerlei lampen en wellicht nog meer.
Al dat gemonteerd, gezaag en geboor heeft het het dak geen goed gedaan.
Zo was het ooit, 2 lampen, een hoorn, een vlot en een paal
 met de antenne aansluiting voor de draadantenne.

Dat het dak aandacht nodig had vermoedden we al, voor we de boot kochten waren er al reparaties aan het dak verricht.
Het dak is van hout, houten balken met daar over een multiplex plaat. Om die plaat te beschermen is daar over met glasmat en polyester een waterdichte laag aangebracht. Het geboor en gezaag heeft die laag natuurlijk "lek" gemaakt.
Dreg IV in 1987: op het dak radar, antennes, lampen, enz.
Op zich niet zo'n probleem, als je maar zorgt dat een boutgat goed afgedicht is, of een doorvoer een randje heeft waardoor er geen water tegen aan kan blijven staan.
En dat was nou net waar het beter had gemoeten.
Een bijna leeg stuurhuisdak in 2007.
Toen we het schip in 2007 kochten was de meeste apparatuur wel van het dak af. En er was aan gerepareerd door over het hele dak een nieuwe laag polyester met glasmat aan te brengen. Dat zal wel geholpen hebben, maar een mooi dak was het niet geworden, en al snel kwamen de problemen weer terug. Polyester met water is geen goed huwelijk en al snel zat er water onder het "nieuwe" dak.

Het idee was om als het een tijd niet zou regenen, het dak aan te pakken door de slechte plekken uit te schuren en met epoxy te repareren. Dan daarna nieuw glasmat met epoxy over het hele dak en het kan weer lang mee.
Een slechte plek in het "nieuwe" dak.
Bovendien wilden we wel weer wat op het dak kunnen monteren. De boordlichten zaten min of meer aan de zijkant van de stuurhut geschroefd, we willen ze weer op (lage) poten zoals vroeger.
Nieuwe beugels voor de boordlichten, getekend in de stand"laag",
in de stand "hoog" komen ze 26 cm hoger.
Het moderne varen vereist steeds meer sensoren en electronica om passer en sextant te vervangen, die sensoren  moeten ook ergens heen. En zonder blauw bord mogen we straks het water niet meer op. Het wordt dus nog druk op het dak.
Maar we willen niet meer koud op het dak geschroefde "dingen". Als we met epoxy bezig gaan, dan willen we ook ingelamineerde eilandjes waarop die "dingen" dan gebout kunnen worden, zodat water wat over het dak loopt niet bij de bout of moer kan komen.
Volgens Buienradar: ideaal dakwerkweer.
Een hittegolf lijkt dan het ideale moment om dagen achtereen in de zon op het dak te gaan zitten. Dus op 2 augustus begonnen, twee slijpers en twee stofdicht verpakte vrijwilligers kunnen los.
Dat leek best wel goed te gaan, behalve dan dat het wel erg veel stof op leverde.
Stof, warm en lawaai. Maar wel doorgaan tot het af is!
Hier en daar gingen we door het "nieuwe" dak, vooral waar luchtblazen zaten. Geen probleem, daar hebben we epoxy plamuur voor. Maar op de tweede dag ging er achter bij de regenwaterafvoer toch wel een heel stuk los. Dat moest er dan maar in z'n geheel af.
Het "nieuwe" dak bleek last van onthechting te hebben.
Helaas bleek dat al trekkend het stuk steeds groter werd. Erg groot werd. Het zat gewoon niet vast aan het dak, en er zat her en der ook water onder. Foute boel dus. Al trekkend en stekend met een plamuurmes hadden we anderhalve dag stoffig slijpwerk als losse stukken naast ons liggen, klaar voor de container.
Dakloos,  wel zonde van het dakschuurwerk.
In beeld gekomen was het "oude" dak, dat, op allerlei geboorde en gezaagde gaten na, in nog best wel goede staat was. Er zaten twee lagen verf of gelcoat over. Het dak was eerst marine grijs geweest, daarna wit. En her en der vonden we ook nog plekken met donker rode of bruine verf. Dat leek wel menie maar zal wel een hechtlaag tussen het polyester en de eerste verflaag geweest zijn.
Het "oude dak, met links en rechts de drie littekens van de poten
 voor de boordlichten, bovenaan rechts de ronde poot van het zoeklicht
 en daar net onder het litteken van de kachel schoorsteen.
Op de rechthoek stond de poot voor de radar
Om weer een "goed" dak te krijgen, moet je eerst al die coating en verf er af halen. Weer schuren dus, weer stof, weer lekker warm op het dak. Het weekeinde werd geofferd, en op maandag de 6e, jawel in 32º en onder een blakende zon, was er een mooie gladde polyester onderlaag over.
Een polyester dakje uit 1950?
Maar wel een mooi dakje!
Met epoxyplamuur zijn de eerste herstellingen gemaakt, en de eerder afgekitte gaten echt dicht gemaakt.
Zo ondertussen is het overdag in de stuurhut 43 en er buiten 34ºC. Warm dus. We hebben epoxyhars om de klus te klaren met trage verharder, 50 minuten verwerkbaar bij 20ºC.
Uit ervaring weten we dat dit met de temperatuur snel veranderd. En hoe warmer, hoe dunner de net aangemaakte epoxy. Dat wordt dus snel kliederen met waterdun van de kwast druipend "spul".
Was Christo in Groningen?
Reden genoeg om die stukken van de boot waar we geen epoxy op willen hebben, dan maar in te pakken. Dat is goed gelukt, de werfmedewerkers zagen grote gelijkenis met het werk van inpakkunstenaar Christo.
Als hechtingslaag is er eerst zuivere epoxy op het dakje aangebracht, waarbij de buitenrand, met de meeste slijtplekken en beschadigingen, een extra laag kreeg.
Eerste laag epoxy op de rand.
Inderdaad, waterdun en een verwerkingstijd van ongeveer een half uur. Christo is niet voor niets langs geweest!
Naast Christo nu ook Jackson Pollock, drip painting.
Als we binnen 24 uur weer een laag aanbrengen, hoeven we niet te schuren voor een goede hechting. Geschuurd hadden we genoeg, dus een dag wachten en dan weer verder. In die tijd kon gewerkt worden aan de houten "pootjes" waar de beugels voor de lampen op vastgebout worden. De pootjes waren door een vriend gemaakt, maar het hout was van een coating voorzien waar de epoxy niet van hield. Helaas, opnieuw dus. Zagen, boren en schuren.
Zagen, met als resultaat: een wijnrek!
De pootjes worden gemaakt van 3 lagen 12mm dik multiplex, met epoxy op elkaar gelamineerd. In het hout zit de uitsparing voor de RVS voet, waarvan de schroefdraad boven de poot uit komt. De RVS voet wordt gemaakt van 30x10mm strip met er in getapt en gelast een M10 draadeind.
De RVS voeten, strip met M10 draadeind
en rechts achter 3xM8 voor het zoeklicht.
Met 6mm schroeven worden ze straks door het dak in de houten spanten geschroefd. Alle holtes en ruimtes in de poot worden dan met epoxy opgevuld.


Poten fabriek, 16 stuks in totaal.











De plek voor de poten is op het dakje uitgemeten. Nog een heel gedoe, samen met de welwillende houten-poten-maak-vriend.
Uitmeten waar de beugels moeten komen.
De stuurhut loopt iets toe in de vaarrichting. Om toch de goede hoek voor de navigatie lampen te krijgen, staat de voorste poot dus dichter bij de dakrand.
Voorste pootje langs de zijrand, dicht bij de dakrand, maar genoeg
ruimte om regen- en buiswater weg te kunnen laten lopen.
Ondanks de hittegolf blijft het toch Nederlands weer. Door de opgelopen vertraging met het onthechtte dak gooit onweer een paar dagen later en het schema in de war. Dus toch nog schuren!
En om de planning dan maar helemaal op z'n kop te zetten moet de kapitein naar de ziekenboeg, weer een week "anders dan gedacht". En de wetenschap dat dat twee weken later nog een keer gaat gebeuren. De klad komt er wat in, en de hittegolf is opgevolgd door af en toe miezer weer.
Maar: er komt toch nog nieuw glasdoek op het dak. Geen leuk werk, wel veel werk als je het goed wil doen.
Nieuw glasdoek, nu wel vast?
Op een paar plekjes na zit het er naar tevredenheid op, die plekjes werken we later bij. De pootjes kunnen nu definitief op het dak gemonteerd, verlijmd met epoxy en geschroefd met RVS. Zal toch wel sterk genoeg zijn nemen we aan.
Pootjes aan de voorzijde, in de 1e laag epoxy,
 maar ze moeten nog wel verder afgewerkt worden.
Het monteren gaat zoals verwacht, alleen voor, voor de maststeun en de luchthoorn, moet nog iets aangepast worden.
De pootjes op het dak gelamineerd. Zichtbaar door de hars heen
zijn de markeeringslijnen, schroefkoppen en de reparaties.
Zo ondertussen is er bijna 8 kg epoxy op het dak terecht gekomen, en ook nog de nodige glasmat. We naderen het einde van het epoxy-project, het wordt zaak nu goed te kunnen zien waar we e.e.a.nog moeten bijwerken of verbeteren.
Laag epoxy met pigment.
Tot nu toe konden we door de kunsthars heen de markeerlijnen zien en de schroeven waarmee het multiplex dak aan de spantjes vast zit. Dat hoeft nu niet meer, alles zit op z'n plek geschroefd.
De laatste laag epoxy krijg een kleurtje, licht grijs, om beter te kunnen zien waar nog wat te schuren of te plamuren is.
Dakje in de licht-grijze epoxy, vanaf de voorkant gezien.
Over het epoxy dak moet een UV-werende laag aangebracht worden. Dat wordt 2K PU verf, die beschermt de onderliggende lagen het best en het langst.
Blijft er nog één ding over: welke kleur? Het dak was grijs met daar over wit. Grijs wordt het dus, RAL 7038 net als de rest van de boot.
Grijs dak in wording, de 1e laag zit er haast op.
En dan de de rand, die was eerst rood en daarna bruin. Op zich is een bruine rand wel mooi bij de houten opbouw, maar meer werk.
Op onderzoek in het archief vonden we dat de Dreg I en II waarschijnlijk een wit of grijs dak hadden, met dito rand.

Dreg II in Nieuw Guinea met een witte dakrand.


En de Dreg III en IV een wit of grijs dak met een donkere rand.
Dreg III in 1953 met een licht dak en donkere rand.
De IV zou dus een donkere rand moeten krijgen aan het dak.
Gebrek aan tijd en luiheid hebben er toe geleidt dat we dak en rand licht grijs gemaakt hebben. Want zo ondertussen was er wel erg veel tijd in dit dakje gaan zitten.
Boot heeft grijs dak, kapitein ondertussen grijs haar.
En eigenlijk staat het ook wel kek, zo'n lichte rand boven het houtwerk. Als een witte muts op een bruin gebrande zeemanskop.