dinsdag 5 juli 2022

Echt scheiding




Stroom en spanning op een ijzeren boot is lastig en gevaarlijk. Gevaarlijk voor de bemanning, maar ook gevaarlijk voor de boot.
Gevaarlijk voor de bemanning ligt voor de hand, thuis heeft de 230V installatie bepaalde veiligheden ingebouwd, dan wil je dat aan boord ook. Aardlek en zekeringen moeten de bemanning afdoende beschermen.
Gevaarlijk voor de boot is weer iets anders. Doordat je toch wilt dat je ijzeren boot geaard is, zodat je geen optater krijgt als je van de wal of uit het water aan boord komt, is de boot via de walaansluiting verbonden met de aarde op de wal. En die aarde kan wel eens iets anders zijn dan je wilt, zodat een klein kruipstroompje gaat lopen dat gaat zorgen dat de boot langzaam oplost.
En dat willen we niet, dus we gaan wel aarden maar ook echt scheiden.

De oplossing is een scheidingstrafo. Die ontkoppelt de aansluiting op de wal van het boordnet. Het kruipstroompje wordt zo geëlimineerd, zie voor meer info: https://bosq.home.xs4all.nl/info%2020m/info_20m-38.pdf , blz. 12, 13, 14, 15.

Echt gescheiden, aldus Victron.

Zo'n scheidingstrafo kan je gewoon kopen en ophangen. Er horen ook nog wat attributen bij zoals aardlekschakelaars, en die zullen wel in een kastje moeten. Net als de aan/uit schakelaar voor als je in de machinekamer staand de walstroom er even af wil hebben omdat je iets wilt aansluiten of repareren. 

Zal wel mooi zijn,
wij houden van een ander mooi.

Komt bij dat zo'n trafo er wel erg 21e eeuws uit ziet, en daardoor in onze 50'er jaren machinekamer wel erg aanwezig wordt. Dus: we maken een jaren '50 jas voor de trafo, een aparte schakelkast, waar ook alle attributen in kunnen.

Naast de HS-kast zijn strips gelast waar de kast aan kan hangen.
Nu hangt daar de tijdelijke walstroomvoorziening.

Er is een plek gezocht, dicht bij het HS-bord waar al die stroom straks naar toe moet. Het wordt een zware kast, dus gezorgd voor zware strips waar de kast aan kan hangen. De trafo wordt bij gebruik ook warm, en heeft z'n eigen koelventilator. De koellucht moet ongestoord de kast binnen kunnen stromen, en er zonder te mengen met de aangezogen lucht er ook weer uit geblazen worden. En we willen kunnen zien of ie het doet, dus er moeten ook signaallampjes op de kast. Eisen genoeg, nu nog doen. 

Kast in wording.

Er is een kast gemaakt, en daarin zijn de openingen voor de koellucht geslepen. Die openingen zijn ruim groter dan de openingen in de trafo zelf.
In die openingen wordt Métal Déployér gelast, strekmetaal in goed Nederlands.
Boven op de kast komt aan de voorkant weer een pet om druppend condenswater bij de bedieningsorganen weg te houden, een pet zoals in 1950 ook op de andere kasten is gezet.

Voila, Métal Déployér, en pet.

De strips waar de kast aan komt te hangen worden uitgemeten en aan de achterzijde van de kast gelast. Voor de bouten waarmee de trafo in de kast komt te hangen worden in deze strips tapgaten gemaakt. En ook aan de achterkant komt een soort lekrand, om te voorkomen dat water in de ventilatieopeningen kan druppen.

Achterkant met strips en lekrand.

De kastdeksel is net zo gemaakt als de deksel voor de 1950 HS- en HLS-kasten, gemonteerd met speciale M6 boutjes en Dubo-ringen. In de deksel komt een klep waar achter de zekeringen en aardlekschakelaars zitten. En een schakelaar om als de boot het water uit gaat de boot-aarde met de aarding van het dok te verbinden. Zover is het ijzerwerk klaar, nu passen of we het ook allemaal goed uitgemeten hebben.

Kast op z'n plek, recht, haaks en op nivo.
We kunnen verven, binnenkant kast RAL 1015, buitenkant RAL 7038. 
Daarna begint het inbouwen van de trafo en wat er bij hoort.
De trafo hangt aan een speciale strip, die door de fabrikant voor ons in een speciale S-bocht gebogen was, omdat we anders te snel klaar zouden zijn. Uiteindelijk komt het goed, de trafo kan op z'n plek.
Kast is trafo-klaar.

Om te voorkomen dat de koelventilator de door de trafo geblazen koellucht weer aan kan zuigen, moet boven in de kast een scheiding gemaakt worden zodat de uitgeblazen lucht alleen maar de kast uit kan. Trespa, aluminium hoekprofiel en blindklinkmoeren leveren samen een constructie op waarbij de warme lucht maar één uitweg heeft.

Koelluchtgeleider, of hoe zoiets ook maar heet.

Onder in de kast komt een stukje Din-rail met daarop links een 16A zekeringautomaat om de kast te beschermen en spanningsvrij te kunnen maken. Rechts twee aardlekautomaten, ook 16A, voor de uitgaande spanning. Eén om de HS-kast, dus het boordnet, van spanning te voorzien, en de andere voor de later te plaatsen Inverter die de bijbehorende accu's daarmee kan bijladen. Er tussen de schakelaar om in het droogdok de boot direct aan de aarde van het dok te koppelen. Naast die schakelaar de naar buiten gebrachte LED'jes die in de trafo zitten, maar met gemonteerd deksel niet meer zichtbaar zijn. En voor de volledigheid ook maar een kWh meter, zodat we weten hoeveel energie we verbruikt hebben.

Automaat, kWh-meter, schakelaar, aardlekautomaten.

In de kast zit nu wat er in moet zitten, het past en het werkt. De jas is zover klaar.
Wat rest is de deksel met de klep en de bedieningsorganen, voor zover een trafo bedienings- organen heeft.

Alles zit er in.

Als de kast dicht is, willen we kunnen zien of er walstroom is, of dat bij de kast binnen komt. En hoeveel spanning die walstroom heeft. Een voltmeter dus.
Maar wel een Dreg-voltmeter.
Die zijn er niet meer, maar wel iets wat er wat op lijkt. En die is natuurlijk niet geschikt voor wat wij willen. Ombouwen dus.

Voltmeter in transitie.

En we willen een schakelaar in de voeding naar de trafo toe. Voor als we de trafo af willen schakelen zonder eerst helemaal naar boven naar de achterkant van de stuurhut te moeten.
Maar wel een Dreg-schakelaar.
Een Santon schakelaar dus. Santon had ons eerder geholpen met een schakelaar voor het HS-bord die overleden was, en nu stelden ze de schakelaar voor de trafo te beschikking. Zonder enig gedoe of gevraag, gewoon gedaan, we zijn Santon erg dankbaar.

Boven de voltmeter, onder de Santon schakelaar.

Onder in de deksel komt de klep om de zekeringen af te dekken. We hebben al eens eerder beschreven hoe dat in z'n werk gaat, toen we de kast voor de acculader aan het bouwen waren, zie: https://dregiv.blogspot.com/2020/02/nieuwe-stroom-voor-de-accus.html#more. Het is een heel gedoe, veel werk met veel geduld. 
Klepje in wording, gelast, geschuurd, gezweet.

Dat zal vroeger bij De Hoop, Rotterdam niet veel anders geweest zijn. Je krijgt wel waardering voor de mannen die in 1950 de andere schakelkasten voor de Dregboten gebouwd hebben.

Deksel klaar.

De laatste stap is om de deksel op de kast aan te sluiten. En wel zo dat de deksel ook weer van de kast gehaald kan worden. Dus met een min of meer flexibele kabelboom. 

Deksel aangesloten.

De laatste loodjes, testen of alles werkt. Gelukkig is het aardig warm weer, dus we kunnen zien of de koeling werkt. En we hebben een aardlekschakelaartester, kunnen we die ook eens gebruiken. 
Alles werkt. De aardlekautomaten doen hun werk, de trafo scheidt inderdaad het boordnet van de wal, en de trafo kunnen we in- en uitschakelen, en daarmee de walstroom, zonder de machinekamer uit te hoeven.
Het is geworden wat we wilden toen we tig-jaar geleden in een smerige machinekamer de strips tussen de spanten lasten.
En het ziet er uit of de kast er al een eeuwigheid hangt, misschien al vanaf 1950.