maandag 4 juli 2022

Afgekeken Dregboot?



Het afdreggen van de zee om ondieptes in kaart te brengen is niet nieuw, maar ook niet heel oud. Vanaf begin 1900 begint de techniek om met twee boten en een op diepte hangende lijn te “Dreggen” zich te ontwikkelen.
De oorsprong lag aan de oostkust van de VS. Maar in de Nederlandse delta neemt men het idee snel over, ook al omdat in ons Indië zo mogelijk nog meer onbekende ondieptes op ontdekking wachten. 
De dienst Hydrografie ontwikkelt zo z’n eigen ideeën en technieken, of hebben we toch een beetje gespiekt bij onze buren aan de andere kant van de oceaan?

Dat er samengewerkt werd met de Amerikaanse tegenhanger van de dienst Hydrografie, de United States Coast and Geodetic Survey is duidelijk. Nederland heeft een goede naam en heeft een aantal hydrografen van wereldfaam voortgebracht, veelal theoretici. 
F.A. Vening Meinesz, 2e van R, op bezoek bij de USC&GS.

De Amerikanen zijn praktisch en doortastend, met een mooi woord empirisch. Dat vult elkaar dus goed aan.
In 1904 werd door de Amerikanen voor het eerst i.p.v met een verticale loodlijn met een horizontaal onder water zwevende lijn op diepte gecontroleerd. Dat leverde een grote tijdswinst op, het "meetpunt" werd immers veel breder. 

1913, Nicholas Heck, rechts, bij de dreglier.

Van 1906 tot 1916 werd deze “Wire-Drag” techniek verder verbeterd door Nicholas Heck, waarbij uiteindelijk stroken met een breedte van meer dan 5 km afgezocht konden worden naar ondieptes. Grote delen van de toen nog onbekende kust van Alaska werden zo in kaart gebracht.

Principe van de Wire-Drag, Noorwegen 1932.

Voor landen met veel ondieptes voor de kust, zandbanken, riffen, rotsen, was Wire-Drag jaren lang de methode om snel een veilige vaarroute in kaart te kunnen brengen. 
In 1919 lieten de Amerikanen twee speciale en identieke boten bouwen die samen konden “dreggen”, de Dregboot was geboren.
 
"Oer-dregboot" USG&GS Marindin.

Deze USC&GS Marindin en de USC&GS Ogden zijn tot 1943 ingezet, 24 dienstjaren.
Opgevolgd werden ze door de USC&GS Hilgard (ASV82) en de USC&GS Wainwright (ASV83) waarbij een aantal ontwerp-verbeteringen doorgevoerd werden. Twee meter langer, iets minder diepgang en de brandstof werd diesel i.p.v. benzine.

Dregboot “Hilgard” ASV 82..

Dubbel schroefs houten boten met twee dieselmotoren en de stuurhut vrij ver naar voren. Een groot werkdek met een lier en een kraantje, een rechte, lage spiegel en op de boeg een goot voor de dreglijn. Deze boten werden ingezet van 1943 tot 1967, 24 dienstjaren. 

Een van de twee Amerikaanse zusjes.

In Nederland, of nog meer in ons Indië, werden voor dregwerkzaamheden nog geen speciale boten ingezet. Meestal een sleepboot of een Marine-vaartuig dat een tweede leven kreeg of het dreggen er tijdelijk bij deed. 
Pas na de oorlog, toen er ook veel wrakken voor de Zeeuwse en Nederlandse kust gelokaliseerd moesten worden, kwam een speciale Dregboot op de tekentafel.
Opmerkelijk zijn de overeenkomsten tussen de Amerikaanse en de Nederlandse Dregboten, van wie het eerste ontwerp uit 1948 stamt. Het lijkt wel erg veel op elkaar, het lijkt wel een beetje op “afkijken”.
                   
Dreg III, bouwjaar 1950
    
Wainwright, bouwjaar 1943

Overeenkomsten:
1  Dreggoot stuurboord voorschip.
2  Tropentent om uit de hitte en in de schaduw te kunnen werken.
3  Dreglier stuurboord op achterdek.
4  Kraantje aan bakboord spiegel
5  Dubbelschroefs met twee onafhankelijke dieselmotoren.
6  Twee masten, om een merkteken of baken aan te bevestigen om de positie te kunnen     peilen.
7  Stuurhut relatief ver naar voren.
8  Stuurhut met veel uitzicht, ook opzij, voor peilingen en zicht op de andere dregboot.
9  Machinekamer in het midden van de boot voor betere gewichtsverdeling.
10 Hoge schoorsteen om werkers op achterdek te ontzien.
11 Vrij achterdek met rekken voor boeien.
12 Lang en laag berghout voor bescherming romp bij overnemen dreglijn.
13 Afmetingen, 20m lang, 4,4m breed en 1,4 m (Dreg) resp. 1,1m (Wainwright) diepgang.


Verschillen:
1  Materiaal: de Dreg is van staal geklonken en gelast, de Wainwright is van hout gebouwd.
2  Rompvorm: de Dreg heeft meer een waaiersteven, de Wainwright meer een rechte steven.
3  Diepgang: de Dreg steekt 1 voet dieper dan de Wainwright.
4. Nederland meende maar liefst 4 Dregboten nodig te hebben, de Amerikanen konden het met twee af.

Wel opmerkelijk zoveel overeenkomst. Het zal wel niet allemaal "afgekeken" zijn, uiteindelijk heeft bijna elke boot de boeg van voren en spiegel van achteren. Maar toch hebben we nu het gevoel dat we een beetje een "Amerikaanse" dregboot hebben.  
Of althans, een die gebaseerd is op internationale samenwerking en uitwisseling van ideeën.

Nederlandse Dregboot, 1950 - 1970, voor de Dreg IV 1973.
23 hydrografische dienstjaren dus.





Voor informatie is gebruik gemaakt van Wikipedia, Wikimedia Commens, Hydro-International, NOAA Photo Library e.a.